De kracht van de stuiterbal

“Intuïtief heeft Suzanne het zo mooi aangepakt,” aldus haar coach Jeroen Otter bij de NOS na afloop van haar gouden race. Suzanne Schulting geeft een prachtig plaatje van een impulsieve sporter. Ongeremd, puur en gevoelens dicht aan het oppervlak.
We kennen allemaal wel zo’n drukke sporter, zo eentje die door de kleedkamer stuitert. Als trainer moet je goed weten hoe te sturen, want dat gestuiter zorgt ook voor onbezonnen acties. Trainers vinden dat soms lastig. Dan doet zo’n sporter niet wat je hebt afgesproken, krijg je een hoop frustratie te horen na een fout of wordt er weer iets vergeten. Als trainer biedt je kaders, maar tegelijkertijd moet de sporter ruimte krijgen voor improvisatie en op impuls handelen. Ik hoop dat als een trainer zich nu ergert aan de impulsieve manoeuvres van een van zijn sporters, dat hij dan even denkt aan Suzanne. Suzanne toont de kracht van de stuiterbal.

De 25 rondjes van Sven Kramer

Sven Kramer weet als geen ander zijn gas- en rempedaal te bedienen. Door volle bak te gaan en slim te rijden. Het MOET morgen goed gaan. Sven wil revanche vanwege twee mislukte 10 kilometers op de Olympische Spelen. Sven is in staat om deze ervaringen om te zetten in vuurwerk, waar hij laat zien wie de koning is op deze afstand.
Behalve fysiek, vraagt dit mentaal het uiterste. Sven in het AD over zijn 10 kilometer: “GAS aan en nergens aan denken.’ Die power dat gaat wel lukken, maar ‘niet denken’, dat is zeer moeilijk tijdens zo’n lange afstand. Je kunt trainen op taakgericht- en positief denken. Tegelijkertijd komen gedachten vanzelf. Kjeld Nuis dacht tijdens zijn gouden 1500 meter: “Zitten, rammen.” Dit zijn taakgerichte gedachten, die helpen als je onder druk staat. Jorien ter Mors dacht op het laatste rechte stuk van haar 1000 meter: “Pap, help mij.” Een persoonlijke gedachte die een extra zetje gaf.
Jochem Uytdehaage vertelde mij, dat hij in Salt Lake City drie rondjes voor het einde dacht: “Als ik nu niet val, dan win ik goud.” In principe een afleidende gedachte. Uytdehaage verving dit door: “Harder afzetten, druk voelen op mijn benen, Tsjeh, tjseh.” Dit laatste is het geluid van ritmisch afzetten met de schaats. Jochem schaatste naar goud. Sven GAS erop!, zitten, rammen, tsjeh, tsjeh! www.gasenrem.nl

GAS erop, de Olympische Spelen zijn begonnen

Een zappduim en een hartslag van 180. Het schakelen op NPO 1 en 2 tussen de 3000 meter Ireen Wust en de 1500 meter Sjinkie Knegt is ook voor mij als kijker stressvol. Dan is daar ineens Carlijn Achtereekte die zichzelf verrast met een gouden plak, prachtig! Hier heeft ze jaren voor getraind en alles klopte vandaag. Deze race heeft ze vaak gevisualiseerd, ze weet wat ze kan. Toch helpt haar onbevangenheid haar ook, waardoor ze volle bak durft te gaan. Onbevangenheid ontstaat doordat er er in het brein minder of nog geen herinneringen zijn opgeslagen waarin het mis gaat. Gas geven gaat daardoor makkelijker, doordat je nog geen waarschuwing krijgt; ‘Pas op, straks….’
Zo zegt Ireen Wüst over haar eigen race: “Ik dacht nog: Zal ik het laatste stuk mijn armen losgooien, maar daar kan ik ook te wild door gaan rijden, dus daarom heb ik het maar niet gedaan.” Dit zijn twijfel gedachten die je de kop kunnen kosten, als het gaat om acht honderdste van een seconde. Hier is het juist de ervaring, die ook kan tegenwerken.
Terug naar Sjinkie op net 2. Hij rijdt slim en doet in de in de eerste twee ritten precies wat moet doen. Zo is hij snel genoeg en blijft overeind. In tegenstelling tot een aantal tegenstanders die als curlingstenen de matten in glijden. Bij shorttrack moet je veel meer, dan bij het lange baan schaatsen rekening houden met je tegenstanders. Het ligt daardoor niet altijd alleen aan jezelf. In de finale rijdt Sjinkie naar het zilver. Een fantastische prestatie, maar toch…. het berekende rijden, kan je ook ‘te veel’ op veilig (REM) zetten. Had Sjinki niet vol GAS de Koreaan aan gort moeten rijden ook aan het einde of was dit de beste zet?
De Olympische Spelen zijn begonnen. Ik zeg: GAS erop!